Gepost door lisavanaudenaerde

Het oplossen van geschillen zonder een beslissing van de rechter, zit in de lift. Dergelijke alternatieve geschillenbeslechting heeft tal van voordelen, zoals:
– tijdswinst
– besparing van procedurekosten
– meer rechtszekerheid
– zelfgekozen, onderhandelde oplossing i.p.v. opgelegde rechtelijke beslissing
– een algemeen tevreden gevoel bij het resultaat in hoofde van beide partijen

Daarom is het steeds aangewezen om de alternatieve manieren voor het beslechten van geschillen te overwegen in plaats van een gerechtelijke procedure. Sommige van deze alternatieven kunnen bovendien nog opgestart worden, ook al is de gerechtelijke procedure reeds hangende.

Ten eerste kan er gekozen worden voor de gerechtelijke bemiddeling. Deze kan worden aanbevolen door de rechter indien de partijen daarmee akkoord gaan of ze kan plaatsvinden op voorstel van één van de partijen, maar steeds met het akkoord van de andere partij. In dit geval wordt de gerechtelijke procedure opgeschort zodat de partijen een beroep kunnen doen op de bemiddeling om samen een oplossing te vinden voor het conflict. De partijen kiezen een erkende bemiddelaar.

Vervolgens werd in 2013 een kamer voor minnelijke schikking opgericht binnen de familierechtbank voor het eerst een verzoeningsrol toegekend aan een rechter.
Vanwege dit succes werd in 2018 de verzoeningsopdracht in hoofde van de rechter algemeen bekrachtigd. Vanaf dan kan iedere inleidende hoofdvordering tussen partijen die bekwaam zijn om een dading aan te gaan en betreffende zaken welke voor dading vatbaar zijn, op verzoek van een partij of met beider instemming vooraf ter minnelijke schikking worden voorgelegd aan de rechter die bevoegd is om in eerste aanleg ervan kennis te nemen.

Deze wetsbepaling gaf bij sommige rechtbanken aanleiding tot de oprichting van kamers voor minnelijke schikking o.a. bij de ondernemingsrechtbanken te Brussel, Gent en Antwerpen.
Vanwege de succesvolle resultaten van deze kamers (het aantal schikkingen bedraagt nagenoeg 80%), wenste de wetgever bij wet van 19 december 2023 de minnelijke oplossingen onder begeleiding van de rechter verder te faciliteren. Er wordt vereist dat elke burgerlijke rechtbank minstens uit één kamer voor minnelijke schikking moet bestaan. Ook binnen het Hof van Beroep zal een kamer voor minnelijke schikking worden opgericht ingevolge de wet.
Deze vereiste gaat in vanaf 1 september 2025. Vóór deze datum is de oprichting van een kamer voor minnelijke schikking facultatief.

Het voorleggen van het geschil aan een kamer voor minnelijke schikking kan gedurende het hele geding zowel op initiatief van de rechter als op verzoek van een van de partijen, tenzij een of alle partijen zich hiertegen verzet(ten).
De zittingen bij de kamer voor minnelijke schikking verlopen in raadkamer en hebben bijgevolg een vertrouwelijk karakter. Met instemming van de partijen kan de rechtbank ook aparte gesprekken voeren met elk van de partijen. Zowel de rechter als elk van de partijen kunnen te allen tijde een einde maken aan de minnelijke schikking.

In geval van fiscale geschillen bestaat op vandaag reeds de mogelijkheid om ze voor te leggen aan de volgende Kamers voor Minnelijke Schikking:
– De rechtbank van eerste aanleg te Gent
– De Franstalige afdeling van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel

 

Wij kunnen dit wetgevend initiatief tot oprichting van kamers voor minnelijke schikking alleen maar toejuichen. Een verzoenende rol toegekend aan een beroepsmagistraat kan o.i. de betrokken partijen helpen om tot een redelijke en aanvaardbare oplossing te komen.

 

Wil je hierover meer informatie?

Contacteer ons via infotax@bloom-law.be of via @LisaVanaudenaerde
#fiscalebemiddeling #belastingen #fiscus #invordering